Momenteel worden een aantal diagnostische tests gebruikt om de diagnose CIDP te bevestigen bij patiënten met een klinische geschiedenis die typisch is voor deze diagnose. Sommigen tests zijn invasief of op zijn minst storend zijn voor de patiënt, zoals een lumbaalpunctie of zenuwbiopsie. De onderzoeken zijn ook vaak duur, zoals magnetische resonantie van de aangetaste zenuw. Wanneer we de gegevens van een reeks van 437 CIDP-patiënten die in de Italiaanse database waren opgenomen beoordelen, ontdekten we dat bij 80% van de patiënten motorische een zenuwgeleiding studie voldoende bleek om een definitieve diagnose van CIDP te stellen. Bij 20% van hen werden extra ondersteunende tests uitgevoerd om de diagnose te bevestigen. Deze extra onderzoeken zijn o.a. lumbaalpunctie, sensorische zenuwgeleiding studies en soms zenuwbiopsie of zenuw-echografie of magnetische resonantie. Bij 40 patiënten was één bijkomend onderzoek voldoende om de diagnose te bevestigen. Deze studie laat zien dat bij de meeste patiënten met CIDP de diagnose kan gesteld worden door enkel zenuwgeleidingsonderzoeken uit te voeren, maar dat andere onderzoeken de diagnose kunnen helpen bevestigen. De extra onderzoeken dienen enkel bij een minderheid uitgevoerd te worden en zijn dus bij de meeste patiënten onnodig.
(bron: WILEY ONLINE LIBRARY)
14-12-2020