Zijn mensen met een beperkte mobiliteit kansloos bij brand?

Jaarlijks sterven er in België helaas nog heel wat mensen aan de gevolgen van brand. In 2016 waren er maar liefst 77 slachtoffers. Deze slachtoffers konden mits enkele tips en aanpassingen waarschijnlijk vermeden worden. Een brand vult een kamer met giftige stoffen binnen de 3 minuten. Ben je binnen deze 3 minuten niet buiten de kamer, dan zijn uw overlevingskansen nihil. Je kunt dus beter niet onvoorbereid geconfronteerd worden met een brand.

In onderstaande tekst gaan we enkele tips en hulpmiddelen aanreiken om uw leefomgeving een stuk veiliger te maken. De tips zijn in iedere woning toepasbaar. Graag gaan we ook een stapje verder en bekijken we hoe mensen met een beperkte mobiliteit zich toch kunnen voorbereiden op brand.

WAT KAN JE VOORAF DOEN?

Plaats een rookmelder!

Zorg ervoor dat de brand tijdig ontdekt wordt. Er is altijd eerst rook voor er brand ontstaat. Doordat de rook extreem giftig is, sterven vrijwel alle mensen in een brand ’s nachts aan rookintoxicatie. Dit komt doordat onze neus  niet het snelste meetapparaat is om brandgeur waar te nemen. ’s Nachts  wordt je reukorgaan uitgeschakeld. Je kunt dus in je slaap geen geuren waarnemen. Jouw neus zal je dus niet verwittigen dat er een brandgeur waarneembaar is in je woning.

Als je een rookmelder plaatst zal dit toestel de functie van jouw neus overnemen. Het principe dat hier geldt: hoe meer rookmelders, hoe veiliger. Ideaal plaats je dus best in iedere ruimte in je woning een rookmelder, behalve in de keuken, badkamer en garage. Probeer de slaapkamers en je vluchtweg (zie verder) veilig te stellen door in die ruimtes een rookmelder te plaatsen.

Het stopt echter niet bij het plaatsen van zo’n toestel. Deze toestellen vragen ook het nodige onderhoud. Onderhoud (dit kan door maandelijks je rookmelder af te stoffen met een vod of stofzuiger) en test je rookmelders. Meestal werken rookmelders op batterijen. Doordat de levensduur van een batterij beperkt is, zal het toestel dus ook maar een beperkte tijd werken. Vervang tijdig je batterijen of nog beter: koop een rookmelder met een levensduur van 10 jaar. Je hoeft bij dit toestel de batterij 10 jaar lang niet te vervangen. Na 10 jaar koop je gewoon een nieuw toestel.

Sommige (niet alle) rookmelders kan je met elkaar koppelen. Dus als 1 rookmelder een alarmsignaal geeft, geeft elke rookmelder die ermee gekoppeld is ook een alarmsignaal. Je krijgt dus een soort rookmeldernetwerkje. Wie minder goed of niet hoort, heeft niks aan een geluidssignaal.

Voor mensen met een beperking (blinden, doven en slechthorenden) bestaan er ook een aantal aangepaste toestellen. Die rookmelders  zijn niet altijd goedkoop en je moet soms wat zoeken, maar via het internet vind je heel wat. Je hebt lichtsignalen, trilpads voor onder je hoofdkussen, sirenes met een andere (lagere) frequentie. Er bestaan ook afstandsbedieningen voor wie niet zo goed bij de rookmelder kan doordat hij/zij bijvoorbeeld rolstoelafhankelijk is.

Maak een vluchtplan!

Denk vooraf na over hoe je snel en veilig buiten geraakt. Dit is de moeilijkste stap. Je moet vooraf nadenken over hoe je het op het moment zelf gaat doen. Zorg ervoor dat je snel en zonder obstructies het brandend gebouw kan buiten vluchten. Leg steeds de sleutels van jouw buitendeuren ergens op je vluchtweg. We weten dat mensen niet altijd hun sleutels consequent op dezelfde plaats leggen. Een goed alternatief hiervoor kan het plaatsen van een knopcilinder zijn zodat de deur zonder sleutels van binnenuit kan ontgrendeld worden.

Leg ook steeds je GSM binnen handbereik zodat je een middel bij de hand hebt om hulpdiensten te alarmeren. Eenmaal je buiten bent verwittig je hen onmiddellijk.

Mensen met een beperkte mobiliteit kunnen doorgaans het principe van de vluchtweg ook hanteren. Echter verandert de situatie indien we te maken hebben met woningen met verschillende verdiepingen. In die gevallen moet je afwegen of je snel en veilig kan vluchten. Het gebruik van een traplift is haalbaar, een lift gebruiken doe je beter niet. In het geval dat je de verdieping niet kan verlaten ga je beter naar een kamer waar geen rook aanwezig is (liefst aan de voorzijde van je woning of een kamer met balkon) en sluit de deur en open het venster. Indien mogelijk leg een natte doek tegen je deur zodat de rookgassen de kamer niet kunnen binnenkomen. Bel nu de hulpdiensten en ga aan het venster staan zodat de hulpdiensten u kunnen zien bij hun aankomst. Mocht dit niet mogelijk zijn, sluit je op in de badkamer. In extreme omstandigheden kun je je in de douche stellen en de kraan open zetten. Sluit steeds alle deuren op je vluchtweg, hoe kort die ook is.
Indien je vlucht, blijft de zichtbaarheid steeds het grootst op vloerniveau, op die plaats zal er ook het langst frisse lucht beschikbaar blijven.

 

Beter niet zelf blussen

De meesten zijn niet vertrouwd met de werking van ‘kleine’ blusmiddelen. Wij moedigen daarom het gebruik niet aan, tenzij mensen daarmee overweg kunnen.

Je kunt beter niet zelf blussen. Denk altijd eerst aan je eigen veiligheid. Probeer een beginnende brand dus enkel zelf te blussen als je weet hoe dat moet.  Als je niet weet hoe een blusdeken of draagbare brandblusser te gebruiken, dan kan je beter meteen vluchten en 112 bellen.

Wil je toch zelf proberen te blussen?  Een brandende pan of frietketel kan je doven met een blusdeken.

 

Brandoorzaken?

In België weten we niet zo goed wat de belangrijkste brandoorzaken zijn, want er zijn namelijk onvoldoende statistieken beschikbaar. Uit statistieken in onze buurlanden blijkt dat dit de top 3 van brandoorzaken is: roken – koken – elektrische apparaten

  • Als je in slaap valt met een brandende sigaret, kan die je kleren, zetel of beddengoed in brand steken. Rook dus niet als: je slaperig bent, je medicijnen hebt genomen waarvan je slaperig wordt, je alcohol hebt gebruikt of tijdens het gebruik van medische zuurstof en rook niet in bed.
  • Koken behandelen we in de volgende dia van de keuken.
  • Gebruik enkel elektrische toestellen met een veilig snoer. Schakel toestellen die je niet gebruikt volledig uit, zelfs als je de ruimte maar kort verlaat. Denk hierbij aan je tv, radio, kookvuur, … Sommige apparaten gaan over in slaapstand (er brandt dan nog een lampje) en zijn dus niet volledig uitgeschakeld. Sluit niet teveel toestellen aan op eenzelfde stopcontact of stekkerdoos. Koppel nooit verschillende stekkerdozen achter elkaar. Laad elektrische toestellen enkel op wanneer je thuis bent en enkel overdag. Vooral telefoons, computers, elektrische fietsen, … raken gemakkelijk oververhit bij het opladen.
  • Reinig regelmatig je huishoudtoestellen, zoals (microgolf) oven, broodrooster, afzuigkap en wasmachine. Voedsel- en vetresten kunnen uiteindelijk leiden tot brand. Reinig ook de filter van je droogkast na elk gebruik. De hete stofresten kunnen beginnen branden, zelfs wanneer je toestel niet meer aan staat.
  • Wees voorzichtig met elektrische verwarmingstoestellen, zeker in kleine ruimten zoals de badkamer. Leg er niets op en plaats ze op voldoende afstand van brandbare voorwerpen. Het is ook beter om je wasmachine en droogkast enkel te gebruiken overdag en wanneer je thuis bent.

Extra informatie rond brandveiligheid kun je vinden op de website www.speelnietmetvuur.be

Auteur: Filip Rabaut, Spierziekten Vlaanderen (november 2014)