CIDP en GBS vertonen heel wat overeenkomsten:
- In beide gevallen is er sprake van een gevoel van verlamming, vermoeidheid, pijn en een verminderd gevoel.
- Bij een normaal persoon werken de beide soorten zenuwen (gevoelszenuwen of sensorische zenuwen en de motore zenuwen of bewegingszenuwen) perfect. In het geval van CIDP of GBS wordt het omhulsel van de zenuwen (myeline) beschadigd waardoor er storingen optreden in het gevoel en/of in de motoriek.
- Beide aandoeningen kunnen behandeld worden met immunoglobulinen (IVIg) en plasmaferese (PF). CIDP kan ook behandeld worden met cortisone, bij GBS blijkt dit niet te werken.
Uit onderstaande tekening kunnen we ook enkele grote verschillen opmerken:
- GBS is een aandoening waarbij de symptomen snel opkomen en verergeren (gemiddeld tot 4 weken), bij CIDP zullen de symptomen geleidelijker opkomen (gemiddeld 4 tot 8 weken).
- Bij CIDP is de kans zeldzaam dat patiënten moeten beademd worden, bij GBS wordt tot 25% van de mensen beademd.
- Het beloop van GBS concentreert zich vrijwel altijd in 1 periode, 97% van de patiënten houd aan de aandoening restverschijnselen over. Patiënten met CIDP zullen een chronisch beloop van de ziekte ervaren.
- Behandelingen: Beide aandoeningen kunnen behandeld worden met immunoglobulinen (IVIg) en plasmaferese (PF). CIDP kan ook behandeld worden met cortisone, bij GBS blijkt deze behandeling niet te werken.
- Patiënten met GBS krijgen 1 tot 3 behandelingen met IVIg, bij CIDP kan de behandeling jaren aanhouden.
- Men weet dat beide aandoeningen te wijten zijn aan ontstekingen, bij GBS weet men dat dit door infecties komt. Bij CIDP is de oorzaak van die ontstekingen tot op heden nog onbekend.
De verschillende infecties bij GBS:
Campilobacter darminfecties - Cytomegalo virus luchtweginfecties - Epstein-barr virus klierkoorts van Pfeiffer<
Hepatitis E virus hepatitis - Mycoplasma bacterie luchtweginfectie (deze 2 oorzaken zijn pas recent ontdekt)
De oorzaak van CIDP:
Op heden is de precieze oorzaak van de aandoening niet gekend. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat in een minderheid (8%) van de gevallen er ziekmakende pathogene antistoffen terug te vinden zijn bij de patiënt.
Publicatiedatum: 20-09-2017 - Auteur: Filip Rabaut
NMRC’s
In België kunnen mensen met een neuromusculaire aandoening zich wenden tot neuromusculaire referentiecentra (NMRC). Zij kunnen daar terecht bij een deskundig team van allerlei disciplines voor diagnose, behandeling en begeleiding.