27-12-2018 – Het al dan niet terugbetalen van een geneesmiddel wordt onderzocht door de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG), een orgaan van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv). Onder meer op basis van de therapeutische waarde en de prijs formuleert de commissie een advies aan de minister van Sociale Zaken. Die beslist uiteindelijk of een geneesmiddel wordt terugbetaald.
In 2018 werd er door CSL Behring een dossier opgemaakt om de terugbetaling van Hizentra te realiseren. Het dossier werd ingediend bij het CTG. Tot op heden is er geen beslissing gevallen in dit dossier. Vanuit het CTG werden er echter wel al enkele bijkomende vragen gesteld en bemerkingen gemaakt.
Momenteel is CSL Behring hun dossier aan het bijstellen. Hiervoor doen ze o.a. een beroep op de expertise van de artsen in de NMRC’s. Ook wij als patiëntenvereniging worden zeer intensief betrokken. Op regelmatige basis zit Spierziekten Vlaanderen samen met het bedrijf om het dossier te finaliseren zodat er hopelijk in 2019 een positief advies van het CTG mag volgen.
We konden vanuit Spierziekten Vlaanderen aangeven hoe belangrijk deze behandeling kan zijn voor de patiënten. Denk maar aan het feit dat je je als patiënt niet meer naar het ziekenhuis moet begeven om je behandeling te krijgen. Eén van de voordelen hiervan is dat patiënten die nog werken geen werkverlet meer hoeven te hebben om hun behandeling te krijgen of dat minder mobiele personen bijvoorbeeld niet meer de intensieve verplaatsing naar het ziekenhuis moeten maken.
Een struikelblok die we op onze tocht tegenkwamen, was de overschakeling tussen Hizentra (subcutane toediening van immunoglobulines) en vb Privigen (intraveneuze toediening van immunoglobulines). Momenteel bestaat er geen mogelijkheid om van het ene product naar het andere over te schakelen en terug. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als de patiënt een opstoot van de ziekte krijgt. Er wordt momenteel alles in het werk gesteld om dit administratief in orde te krijgen.
Naast het dossier goedkeuring wordt er ook al gewerkt aan de toedieningsprocedure. In eerst instantie zal er gewerkt worden met een proefperiode van zes maanden waarbij een beperkte groep patiënten zal kunnen kennismaken met deze behandeling. Als alles vlot verloopt zal na deze periode de groep patiënten verder uitgebreid worden. Deze eerst periode zal gebruikt worden om de toedieningsprocedure eventueel aan te passen mocht blijken dat dit noodzakelijk is.
De toedieningsprocedure is zo opgesteld dat de toediening van het product tijdens de eerste maanden zal gebeuren in samenwerking met een thuisverpleegkundige. Het is de bedoeling dat de patiënt op die manier de toedieningsprocedure vlot onder de knie krijgt zodat hijzelf in een latere fase het middel kan toedienen zonder dat er nog een verpleegkundige aanwezig is. Momenteel bekijken wij samen met het bedrijf en de artsen de materialen die noodzakelijk zijn voor de toediening. Vanuit Spierziekten Vlaanderen hebben wij vooral oog voor gebruiksgemak, eenvoud en hanteerbaarheid van de materialen. We mogen en kunnen onze visie geven vanuit zowel het medisch oogpunt als vanuit dat van de patiënt.
We merken dat zowel vanuit de patiënten als vanuit de NMRC’s het enthousiasme enorm groot is om van start te gaan. Toch moeten we beseffen dat en nog heel wat moet gebeuren vooraleer de eerste patiënten kunnen behandeld worden. Achter de schermen werken we allemaal zeer hard om zo snel als mogelijk het product bij de patiënten te krijgen.